Het gat tussen governance en gedrag

Over waarom het mis ging bij ABN-Amro, het mis gaat bij de pgb’s en we het via codes en andere governance instrumenten niet op kunnen lossen. Het gat tussen governance en gedrag laat zich alleen vullen als iemand de juiste woorden weet te vinden, weet aan te spreken. Alleen, dat is nog niet zo makkelijk.

Wat een verlies, wat een verliezers

Hoeveel zal het gekost hebben, die extra salarisverhoging van de 6 leden van de directie van ABN-Amro? Wat staat er tegenover die 6 ton? Een uitgestelde beursgang natuurlijk, maar ook weggelopen klanten en minder nieuwe klanten. Ik hou de schade op minstens 60 miljoen, vanwege het ronde getal, maar ook omdat ik de echte kosten nog hoger inschat, waaronder de executive search kosten van nogal wat functionarissen aan de top van de bank.
Ook aan de zijde van de overheid is de schade groot. Opnieuw is vertrouwen geschonden – want volgens alle standaard regels en codes is de loonsverhoging volgens afspraak verlopen. De governance werd recht gedaan, niet geschonden. Dus waar is op het mis gegaan? Op het gebrekkig aanspreken door de minister van de vertegenwoordigers van de bank. Het vermoeden komt op dat hij dit deed op dezelfde manier als waarop hij bij de eerste ontmoeting met de Griekse minister van Financiën wel een hand gaf, maar wegkeek van de ander.

Ingehouden

Dan nu iets heel anders. Veeeeel kleiner, iets op micro niveau. Dit is een ‘Ikje’ uit het NRC Handelsblad. Lees en huiver.

@NRC 4 april 2015

@NRC 4 april 2015

Ik weet niet hoe het de lezer vergaat, maar ik krijg wurgneigingen. Wie is hier autistisch? Die overheidsmedewerkers toch? Stomme systeemschoften. Ik zal ze even eens laten horen hoe DOM ze zijn.

Ik zal even niets. Als ik er bij had gezeten had ik mijzelf moeten dwingen rustig te blijven en hen vervolgens op een tactisch verstandige wijze op de consequenties van hun eigen gedrag moeten wijzen. Is er echt geen betere manier om de fout te herstellen? En als ze zich dan blijven verschuilen achter de regels, zou ik op de een of andere manier hun baas moeten zien aan te spreken, want ik kan mij werkelijk niet voorstellen dat dit de manier is waarop gewerkt moet worden. Resultaatverantwoordelijkheid is ook een mantra. Inhouden, mijnheer Noordhoek. Analyseren, redeneren en dan pas aanspreken. Scherp, maar fair.
Maar wat is dat moeilijk.

Code abstracties

Dan schrijf ik liever een notitie, of een code. Het spijt mij oprecht dat ik dit Rob Velders en Paul van Dijk aan moet doen, want dit hebben ze niet verdiend, maar ik heb kritiek op hun essay “Actoren en factoren” over de relatie tussen regeldruk en toezichtlasten (zie ww.toezichttafel.nl). Zij hebben deze notitie op verzoek van de regelwaakhond Actal geschreven en het staat vol behartigingswaardige zaken, maar op één punt vliegen ze voor mij uit de bocht. In het algemeen pleiten ze er namelijk voor dat toezichthouders oog moeten hebben voor de lasten die met regelgeving samengaan, maar ze komen niet met concrete voorbeelden van regels of toezichtactiviteiten die geschrapt kunnen worden. Wel komen ze met allerlei voorstellen voor nieuwe initiatieven, inclusief een ‘toezichtcode’. Niet alleen laten ze daarmee weer zien hoe deregulering in de praktijk steeds weer tot reregulering leidt, ook gebruiken ze een code, een voorbeeld van wat technisch ‘schaduwregelgeving’ wordt genoemd, om het licht van al bestaande regelgeving nog een beetje te laten schijnen. Of dat werkt? Mwah. We hebben al Aanwijzingen voor de Regelgeving waar de principes eigenlijk al in staan. Zelf verwijzen ze naar het Integraal Afwegingskader (IAK) waar het in meegenomen zou kunnen worden, voor zover nog nodig en het komt bovenop een grote stapel codes waarvan steeds de klacht wordt gehoord ‘dat ze te weinig worden toegepast.’ Hoe zou dat nu komen? Ook hier gaat het uiteindelijk niet om nieuwe codes, maar om een groter bewustzijn van het effect van regeldruk op het gedrag van de onder toezichtgestelden en daar goed op reageren. Aanspreken als je weet dat je zelf ook wordt aangesproken.
En om mijn collega’s nog wat verder uit de wind te zetten: in mijn rol voor het dereguleringsprogramma ‘Beter en concreter’ ben ik op een moment ook vastgelopen in een slecht getimede interventie en zag ik niet dat achter een conflict over botsende regels grote belangen schuil gingen. Er bleef weinig van mijn goede bedoelingen over.

We tuigen wat op

We tuigen wat op. Het stelsel van afspraken en interventies dat samen een institutioneel geheel vormt – de ‘governance’ – komt uit op een soort mesoniveau van waaruit we naar mensen en organisaties kijken. Het is zeer nuttig en we zijn er veel verder in dan we pakweg tien jaar geleden waren, maar we verwachten er teveel van in situaties als bij de ABN-Amro. De Nederlandse Bank, de DNB, heeft nu een programma om op basis van gesprekken ook gedragscomponenten aan de analyse toe te voegen. Dit weekend lieten enkele slachtoffers in het Financieel Dagblad weten dat ze zich nogal tekort gedaan voelden als het om de kwaliteit van die gesprekken gaat. De woordvoeder van de DNB kwam met tegenargumenten die hout sneden, maar wat vooral duidelijk werd, is hoe kwetsbaar deze gesprekken als selectie-instrument nog zijn. Het gat tussen governance en gedrag is nog niet gedicht.

Een hoge prijs

Op het microniveau van een gesprek als die rond een PGB is ook nog een wereld te winnen. Kenmerkend voor het gesprek is hier het machtsverschil tussen de overheidsmedewerkers en de moeder. Mag je van deze moeder verwachten dat ze weet hoe ze moet reageren? Ik denk het niet. Maar in spelsituaties en in de gesprekken met de leidinggevenden hadden de medewerkers zelf al lang moeten zijn aangesproken op hun foute gedrag. Kennelijk is dat nog niet gebeurd en nu mag je hopen dat derden dat voor de moeder gaan doen. De prijs die voor het falen van deze medewerkers wordt betaald is maatschappelijk naar mijn overtuiging groter dan die van het incident rond ABN-Amro.

Meta moeilijk

Dat geldt ten slotte ook op het metaniveau van het schrijven van beleidsnotities, regels en codes. Nog beter dan nu al het geval is zullen we de gedragskant mee moeten wegen in wat we opschrijven – of juist niet opschrijven. Te snel gaan regels en mooie concepten fungeren als een soort struikgewas waar we ons een weg door moeten banen voordat we kunnen doen wat we direct al hadden moeten doen: aan de orde stellen, aanspreken. Frederique Six zegt op het voorstel van Velders en van Dijk terecht: “A code is nothing, coding is everything”. Het proces, stupid. Dat geldt ook voor de gewenst gedrag: gedrag is niets, werken aan gedrag is alles.

Wat al deze voorbeelden en overwegingen op meso-, micro- en metaniveau hopelijk duidelijk hebben gemaakt is hoe groot het gat tussen governance en gedrag nog is. Elke keer leg ik het woord ’aanspreken’ neer om er als het ware dat gat mee te vullen. Echter, dat aanspreken is allesbehalve een wondermiddel. Het is gewoon verrekte moeilijk. Maar goed, het is een richting – en het verkennen waard.

Thema voor 1 dag

Samen met collega Klaas Tuitjer ben ik bezig met een grondige verkenning van het gat tussen governance en gedrag. Veel elementen hebben we daar al van, maar de test kan alleen komen in concrete situaties. Doet u mee? Laat u zich testen en inspireren? Op 8 juni organiseren we samen een ‘Thema voor 1 dag’ bijeenkomst. U bent van harte welkom. Voor meer informatie deze tekst of neem even contact met mij op (Sorry voor deze reclame).

Peter Noordhoek

www.northedge.nl

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.