Een ode aan het werk

Aan het einde van een drukke donderdag moest ik nog naar een afscheidsreceptie. Dat kostte me moeite. Sociaal doen kost me moeite, als ik eerlijk ben. Toch dwong ik mijzelf om te gaan. Bij binnenkomst ervoer ik echter twee extra drempels. De receptieruimte was nog erg leeg, dus ik zou niet snel en ongezien weg kunnen slippen, mijn voorkeursactie. De tweede reden was dat de afscheidnemer de houding en witte kleur had van een serieus ziek iemand. Ik had er iets van gehoord – veel contact hadden we de laatste tijd niet gehad – maar nu zag ik opeens de bevestiging van het gerucht. Was ik toch maar niet gegaan, dacht ik bij mijzelf. Dit wordt moeilijk.

Dat werd helemaal niet moeilijk. De receptieruimte liep langzaam vol, maar daarvoor wist Lex, de afscheidnemer, me met een paar woorden mee te nemen in zijn wereld. Hij was vele jaren onze opdrachtgever geweest voor opleidingen regelgevingstechniek en in de paar gesprekken die we voerden klikte het altijd direct. Zo ook nu, in de rij. Sommige mensen zijn al geestelijk uitgeblust na hun veertigste – wat heet: na hun twintigste – anderen, zoals Lex, zullen altijd nieuwe dingen ontmoeten in hun schijnbaar saaie vak. Vrolijk vertelde hij over zijn toekomstplannen en gaf me een klaarliggend vel papier met zijn adresgegevens. Kon ik contact met hem opnemen.

Zijn speech, even later, was in dezelfde geest. Hij eindigde met een oproep aan iedereen om tot vooral lid te worden van de ondernemingsraad, want dat was helemaal fantastisch. Daarvoor had hij ons geamuseerd met verhalen over regelgeving rond het ‘pretpakket’ DDP: drugs, dope en prostitutie. Probeer maar eens juridisch sluitende definities te verzinnen rondom deze begrippen. Hoe voorkom je dat ‘Thaise massage’ als sluiproute voor illegale prostitutie wordt gebruikt? We waren even allemaal jaloers op de baan die hij heeft gehad. Mooie speech. Zoals het hoort, zoals het bij hem paste.

Op weg naar huis realiseerde ik mij dat het Gedichtendag was. Toeval bestaat niet. Iets in de receptie vroeg om iets anders dan proza. Deze dagen ontbreekt me de rust zelf iets te schrijven. Gelukkig is er dan ook nog De Verzameling. Jarenlang heb ik gedichten over kantoor en werk bij elkaar gezocht, geschreven, vertaald en uiteindelijk in een poëtisch managementboek getiteld ‘Werkwoorden’ bij elkaar gebracht. Vergeefse moeite. Uitgevers van managementboeken geloofden niet dat managers het wilden lezen, uitgevers van poëzie hebben so wie so niets met werk. Ze hebben gelijk, maar ondertussen heb ik wel iets waar ik altijd wel iets in vind dat me meer laat begrijpen van iets dat zich niet laat vangen in beelden en te diep gaat voor standaard woorden. Ik heb er iets uit gehaald van James Autrey; voor zover ik heb kunnen achterhalen de enige die iets over de afsluiting van een werkzaam leven heeft gedicht. James was een Amerikaanse bankier en geen Nederlandse jurist als Lex, maar het gevoel er achter lijkt me – heb zelf gelukkig nog lang te gaan – herkenbaar. Zijn gedicht (‘What to know about hanging on’, 1991) heb ik als volgt vertaald en draag ik op aan Lex:

I

Waarom blijven ze eigenlijk werken
Al die mensen die weg zouden moeten zijn voor
hun snipperdagen
opgespaarde overuren
de knipoog-en-doe-maar extra’s
waar ze zo langzamerhand wel recht op hebben

Waarom gaan ze niet naar die mooie landen
waar ze het steeds maar over hadden
Of naar de bergen
of die plek ver weg van de kou
de plek waar vandaan ze hun kaarten zouden sturen
die wij dan neer zouden kunnen zetten
op een richel boven de haard

Waarom verzinnen ze steeds weer excuses
om elke keer weer op tijd te komen
en telefoontjes te beantwoorden
en brieven terug te schrijven
en over het verkoopplan te spreken
en het strategisch plan
en de winstprognoses
En de aandelenkoersen
en de kansen op een overname
en al die andere gewone dingen

II

We zijn geneigd te zeggen
net zoals zij deden
dat als ik het was
ik gelijk mijn baan op zou zeggen
en verder elk moment zou doorbrengen
bij de mensen van wie we houden
en met de dingen die we graag doen

Al die jaren
drong het niet tot ons door
dat wat wij echt graag willen doen
gewoon het werk is –
het gaat niet om de baan
het salaris en de dingen er omheen
dat is gewoon de franje die er bij hoort
om het werk te kunnen doen

En vergeet dat wij het hadden
over onze liefde voor het bedrijf
terwijl we werkelijk bedoelden
dat we hielden van de mensen die er voor werkten
Maar nu, kijkend naar iemand die dat vast wil houden
wil ik onze gevoelens kunnen benoemen
wil ik woorden kunnen vinden
over hoe moeilijk het is te laten zien
hoeveel we houden van wat we doen
totdat we oog in oog staan met de zekerheid

het binnenkort los te moeten laten

Als het even kan ga ik de volgende keer weer naar een afscheidsreceptie. Je doet eer aan de vertrekkende en eer aan je eigen werk. Ondertussen staat er weer gewoon een mooie werkweek te wachten. Deze keer met het vooruitzicht 20 deelnemers aan een leergang ‘strategisch beleidsadvies’ van AOG een examen af te nemen op basis van een door elk geschreven visiedocument. Er valt veel op te merken, maar per saldo is het fantastisch om als examinator zo aan de slag te mogen gaan. Ik wens alle lezers net zulke leuke klussen en een mooie werkweek toe.

Peter Noordhoek

www.northedge.nl

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.